Soms kauwde je steentjes tegen de dorst of at je een zelf gevangen slang
Willem en Marjan van der Dennen uit Haaften kenden elkaar al ruim een jaar toen Willem in 1961 als marinier naar Nederlands Nieuw Guinea werd uitgezonden. Willem was toen 19 jaar en zou er maar liefst 13 maanden blijven: van oktober 1961 tot november 1962.
Marjan en Willem hebben alle brieven die ze elkaar in die tijd schreven bewaard. Die correspondentie vormt een archief van wat Willem heeft meegemaakt. Dat is extra waardevol, omdat zijn geheugen is aangetast als gevolg van een ongeluk in 1998. Door de beademing heeft hij ook moeite met praten. Gelukkig is Marjan zijn ‘wandelende geheugensteun’ en kan ze hem helpen met het vertellen van zijn ervaringen.
Sukarno, de president van Indonesië dat inmiddels een zelfstandige natie was, wilde Nederlands Nieuw Guinea aan zijn grondgebied toevoegen. De Nederlandse regering had andere plannen. Die was juist bezig aan een proces naar zelfbestuur voor de Papoea’s, de inwoners van Nieuw Guinea. Ze hadden al een eigen vlag en waren ook een leger aan het opbouwen.
Indonesië dropte duizenden gewapende parachutisten in Nieuw Guinea, om de Papoeabevolking tegen de Nederlanders op te zetten. De Nederlandse mariniers, zoals Willem, moesten jacht maken op deze infiltranten die met een scheldwoord ‘ploppers’ werden genoemd. Een zware opdracht in die ondoordringbare rimboe, er kon altijd iemand in verscholen zitten.
Op patrouille
Willem kan zich de patrouilles nog levendig herinneren. “Als er infiltranten waren gesignaleerd, werd er een patrouille samengesteld van een man of tien en ging je op weg voor een week of langer. Je kreeg een noodrantsoen mee, maar je moest onderweg zelf aan voedsel zien te komen. Soms kauwde je steentjes tegen de dorst of at je een zelf gevangen slang. We hadden een goed contact met de Papoea’s. Ze spraken meestal ook een beetje Nederlands. De ‘ploppers’ die we levend gevangen konden nemen, werden geïnterneerd op een eiland bij Biak. Die ‘ploppers waren zelf ook doodsbang. Je zou maar ergens in de rimboe worden gedropt. Volgens ons waren ze gedrogeerd. Op mijn latere reis in Nieuw Guinea (het huidige West Papoea) ben ik nog zo’n ex-infiltrant tegengekomen die ik waarschijnlijk zelf gevangen heb genomen. Maar daarover later meer”.
Kameraadschap
“Je wist dat je moest blijven, je had geen keuze, daarom hield je het vol” aldus Willem. “De bijzondere kameraadschap tussen de jongens was enorm belangrijk. Als je van een patrouille terugkwam en alles was goed gegaan, dan vierde je feest. En bij terugkomst was er vaak post van Marjan. Dat sleepte je er doorheen. Maar er sneuvelde ook wel eens iemand en dat hakte er diep in”
Grote moeite met omschakelen
“Je bent pas 19 en je maakt dingen mee die je niet mee wilt maken en je ziet dingen die je niet wilt zien” vertelt Willem. “Die vergeet je niet meer. Je ziet gewonden, je wilt mensen helpen, voelt je verantwoordelijk, maar je kunt vaak niets doen. Je wordt zo wel erg snel volwassen.
Maar er zijn ook positieve herinneringen. Het gevoel van vrijheid. Het klinkt gek in een oorlog, maar je wist dat je gevaar liep en tóch voelde je je vrij. Je vertrouwde op elkaar. Je kon doen wat je wilde. Je liep door de bush, het was er prachtig. Je kookte je eigen potje. Je maakte zelf je bedje van takken en bladeren, dronk water uit de rivier.
Maar toen ik na 13 maanden weer in Nederland kwam had ik grote moeite met omschakelen. Ik kwam weer bij mijn ouders terecht en mijn vader liep maar steeds te vertellen wat ik wel en niet moest doen. Daar kon ik helemaal niet meer tegen, ik zat in een hele andere flow”.
Verraad
Over de overdracht aan Indonesië heeft Willem geen goed gevoel. “Ik vind dat we verraden zijn door de internationale gemeenschap. We hadden de Papoea’s zelfbestuur beloofd, maar achter onze rug is het aan Indonesië gegeven. Daar kan ik mij nog kwaad over maken”.
Geen haatgevoelens
In 1992, dus 30 jaar later, is Willem terug geweest in Nieuw Guinea samen met Marjan. Ze hebben met andere veteranen een zeer bijzondere reis gemaakt. Leo, hun Indonesische reisleider, was een ex-infiltrant. Leo gedroeg zich zeer respectvol tegenover Willem, hij wilde graag met hem praten. Daardoor kwamen ze erachter dat ze tegenover elkaar hebben gestaan in de strijd om het vliegveld van Hollandia. “Leo is waarschijnlijk door mij gevangen genomen. En belangrijk om te vertellen: er waren van beide kanten geen haatgevoelens!”
Interview en foto: Saskia Weddepohl