Maarten Schermij: ‘Ik schiet niet met scherp maar met een soldeerbout’
Maarten Schermij (61) uit Zaltbommel was beroepsmilitair, toen hij in 1982 voor de VN Vredesmacht werd uitgezonden naar Libanon. Kort daarvoor was Israël Libanon binnengevallen. Twaalf jaar later werd hij nogmaals uitgezonden, nu naar voormalig Joegoslavië (Kroatië en Bosnië en Herzegovina). Maarten vertelt vol enthousiasme over zijn werk: onderhoud van communicatieapparatuur.
Echte techneut
“Ik ben een echte techneut. Voordat ik werd uitgezonden was ik al elektronisch monteur. Mijn taak was om verbindingsmiddelen te onderhouden, zoals radiotoestellen in tanks. Ik had een eigen werkplaatswagen”.
Vanwege dit specialisme werd Maarten gevraagd voor onderhoud in Libanon: “In 1982 had je al die moderne communicatiemiddelen nog niet. In Libanon stond een antenne, die door mij onderhouden werd. Alles ging toen nog via de telex. Die werd bijvoorbeeld gebruikt om logistieke middelen aan te vragen, zoals motoren en allerlei onderdelen”.
Communicatie essentieel
“De VN troepen werden ingezet als buffer om de strijdende partijen uit elkaar te houden. Ik was onderdeel van het herstelpeloton. Wij waren gestationeerd in Haris. Libanon was een onherbergzaam land met nauwelijks wegen. Communicatie was essentieel, ook voor onderlinge communicatie tussen voertuigen. De roadblocs waar locals (lokale bevolking) werden gecontroleerd op wapensmokkel, waren ook voorzien van communicatieapparatuur. Als er iets gebeurde moest hulp kunnen worden ingeroepen. We reden met onze verbindingswagen, een 3-tonner met apparatuur, langs die posten om hun communicatiemiddelen te controleren. Sneller dan 30 km konden we daar niet rijden”.
Prettige tijd
Over zijn ervaringen in Libanon zegt Maarten: “in Libanon zat ik in een compound met allemaal techneuten en had veel lol in mijn werk. Ik kon doen waarvoor ik was opgeleid. Wij hadden goede contacten met de locals en hielpen ze ook. Kinderen met brandwonden werden door onze dokterspost behandeld. Locals werden ingeschakeld bij werkzaamheden op onze compound en wij kwamen bij hen thuis. Een prettige tijd!”
Nieuwe uitdaging
Terug in Nederland werd Maarten weer bij zijn eigen eenheid ingedeeld. In 1989 kreeg hij een uitnodiging om aan de NATO Communication School in Italië een opleiding te volgen voor satellietcommunicatie. “Ik zat met mensen uit diverse NATO-landen in een klas en kon mij verder specialiseren. Ik kwam terecht bij SHAPE in een internationaal team in Brussel. We hadden de beschikking over een mobiele Schotelantenne met een schotel van zeven meter doorsnee, die kon worden uitgezet tot communicatiestation. Hij werd vervoerd in vijf trailers met containers vol apparatuur, modems, zenders, generatoren. We draaiden daarmee oefeningen in verschillende landen.
Toen kwam de Bosnië-oorlog. Nederland stuurde militairen om verdere escalatie van oorlog te voorkomen. Maarten kwam in een internationaal team van communicatiespecialisten. Het communicatiestation (in vijf vrachtwagens) werd per vliegtuig naar Zagreb (Kroätië) vervoerd en daar opgebouwd. Maarten bleef daar een half jaar, toen moest hij met zijn team en communicatiestation verkassen.
De hel
“Nu gaan jullie naar Sarajevo, naar de hel, kregen we te horen! Er was nog niet zo lang geleden een mortieraanslag geweest op een drukke markt: 68 doden, 200 gewonden. Met kogelvrije vesten aan en helmen op, bouwden we de communicatie-eenheid weer op. Je hoorde constant ontploffingen in de verte. Alles was kapot, verbrande bomen, stukgeschoten gebouwen. We bivakkeerden in het vernielde Olympisch stadion (Olympische Winterspelen 1984!) op stretchers. We keken uit op het kerkhof met duizenden burgerslachtoffers uit deze oorlog. Confronterend”.
Heftig moment
Een keer moest Maarten ’s avonds door ‘snipers alley’, een straat in Sarajevo met hoge gebouwen vol sluipschutters. “Voor onze auto zagen we daar tientallen mensen in paniek uit een rokende tram vluchten. Een moeder met een kindje rende vlak voor onze auto langs. Een uur later was het wereldnieuws op CNN. Er was een dode gevallen. ‘Stelletje klootzakken!!’ heb ik geroepen”.
Zwerfhondje
Een collega vond een jong herdershondje, dat we met z’n allen hebben opgevoed, onze ‘site-dog’. Leuk en goed voor het moreel. De zwerver kwam goed terecht: hij is door een Amerikaanse teamgenoot meegenomen naar Amerika!
Maarten kwam in mei 1996 weer in Nederland. Later is hij nog teruggegaan om de mobiele schotelantenne af te breken, want degene die na hem waren gekomen wisten niet hoe dat moest. Hij kijkt positief terug: “Ik ben er trots op dat ik dit heb gedaan. Ik heb een klein steentje kunnen bijdragen aan vrede en veiligheid voor deze mensen”.
Tekst en foto: Saskia Weddepohl