Frans de Kock: “Wereldreis op staatskosten”
Frans de Kock (1941) uit Vuren werd in juni 1962 als dienstplichtig soldaat bij de Landmacht uitgezonden naar Nieuw Guinea. Frans zat in het 17e bataljon en werd gelegerd in Hollandia. Het voorstel van de toenmalige minister Luns om Nieuw Guinea zelfbeschikkingsrecht te geven was afgeketst door internationale tegenwerking. Nederland moest Nieuw Guinea opgeven. Inmiddels was het overleg over de overdracht van Nieuw Guinea aan Indonesië in volle gang.
Nog nooit buiten Vuren geweest!
Frans: “Voordat ik in dienst ging was ik nog nooit buiten Vuren geweest. Ik had nog niks meegemaakt, ik had nog nooit in de trein gezeten! Ik kreeg een kaartje en moest in de trein naar Roermond. Dat was al een belevenis. Daar was ik twee maanden in opleiding. Vervolgens zes maanden de specialistenopleiding in Harderwijk voor Radiotelegrafist, een maand in Venlo voor chauffeur en daarna de Paradetroepen in Schaarsbergen. En toen moest ik plotseling verplicht naar Nieuw Guinea”.
Opleiding in Oirschot
“Ik zat al in dienst en was op verlof. Toen kreeg ik bericht dat ik naar Nieuw Guinea moest. Ik diende hals over kop spuiten te halen voor de tropen en mij in Oirschot te melden. Daar kregen we een opleiding van zes weken. Eigenlijk hield die niet veel in. We wisten bijvoorbeeld weinig van de politieke situatie. Van een echte voorbereiding kan je niet spreken”
Wereldreis
De reis heeft Frans ervaren als een soort vakantie. “We vlogen eerst naar Curaçao en daar bleven we een dag of tien. Van daaruit gingen we met de boot – de Zuiderkruis of de Waterman – naar Nieuw Guinea, een reis van 28 dagen. Dit waren passagiersschepen, we hadden met vier man een hut. Het eten was prima, alleen hadden we niets te doen. Omdat het Suezkanaal was afgesloten voeren we door het Panamakanaal, dus door Midden-Amerika! Het was een schitterende reis. Op de terugweg, zes maanden later, voeren we wél door het Suezkanaal. Zo heb ik dus een wereldreis gemaakt, de wereld rond op staatskosten!”
Verrassing
Frans kwam terecht in een onduidelijke situatie “Neen, we wisten niet goed wat we moesten doen. Het was een verrassing. We waren met het 17e Bataljon gelegerd in Hollandia-binnen, zo’n 20 kilometer van de haven. Hollandia ligt tegen het Australische deel van Nieuw Guinea aan, helemaal in het Oosten. Het was daar relatief rustig, omdat het ver van Indonesië vandaan ligt. Er zijn daar wel Indonesiërs geland, maar we wisten niet goed wat we ermee aan moesten”.
Niets dat het daglicht niet kan verdragen
Frans was chauffeur. “Ja, wat moest ik doen? Af en toe een rondje rijden. ’s Ochtends inkopen doen en ’s middags naar het strand. De jongens naar het strand brengen. Om vijf uur hadden we appel. Er waren ook al Blauwhelmen gestationeerd van de Verenigde Naties, uit Pakistan. We moesten wel eens spullen brengen met de foerier naar een kamp wat verder in het binnenland. Het was even wennen, want het verkeer reed daar links. Maar je maakte niets mee. Onze groep heeft weinig hoeven doen. Er waren bij ons geen ‘ploppers’. We hebben gelukkig ook niets hoeven doen wat het daglicht niet kan verdragen”.
Voor de gek gehouden
Nieuw Guinea was een prachtig land. De bevolking, de Papoea’s, waren sympathieke mensen. Ze hielpen in de keuken. De Papoea’s zijn voor de gek gehouden. Ze zouden zelfbeschikkingsrecht krijgen, net als de Molukkers. Die zijn ook voor de gek gehouden. Ze hadden al een eigen vlag, een volkslied en een leger in oprichting. Nu mogen die Papoea’s die veteraan zijn, in de optocht niet eens met die vlag lopen. Dat is verboden.
Paniek
Maar er was blijkbaar wél een dreiging, want één keer was er grote paniek bij het kader. Er was voor de kust van Hollandia een onderzeeër van de Indonesiërs gesignaleerd vlak voor de kust. Er werd alarm geslagen. De groep van Frans moest het luchtafweergeschut naar het strand brengen, maar dit kwam vast te zitten in het mulle zand.
Nawoord schrijfster:
Uit onderzoek bleek later dat de door Rusland geleverde duikboten van de Indonesiërs ook door Russen werden bemand. Misschien was er dus wel sprake van een serieuze dreiging. Gelukkig is er toen niets gebeurd!
Tekst en foto: Saskia Weddepohl